Het vioolconcert van Telemann ‘The frogs’ in A major is een van zijn meer populaire werken geworden. Het Concerto heeft een weelderigheid die het te danken heeft aan de pure activiteit van de zevendelige textuur: vier vioolpartijen, een ongewoon avontuurlijk altvioolgedeelte en een cellogedeelte dat vaak onafhankelijk is van de basso continuo. De aankomst van de kikkers in het eerste deel – iedereen behalve de continuo wordt op een gegeven moment een kikker – is opvallend genoeg, maar even opmerkelijk is wat ze doen als ze aankomen. De karakteristieke sequenties en opvolgingen van spanningen zijn onmiskenbaar: deze kikkers spelen Vivaldi, tenminste voor een tijdje. Het langzame deel bevat een andere versie van het kikkereffect met herhaalde noten en enkele passages voor twee violen boven een lopende bas. Het laatste deel is een menuet en verlaat daarmee zowel de dierenwereld als de concertwereld, die normaal gesproken geen menuetten bevatten.